studiehints

Wie leerling wil zijn,
zal altijd een meester vinden.
Hagedorn


Effectief studeren betekent tijd nemen om je manier van werken te onderzoeken en te verbeteren. Niet elk vak vereist dezelfde aanpak! Tijdens de lessen of colleges krijg je gegevens; leren begint pas als jij die informatie ordent van ‘2e-hands’ ‘1e-hands’ maken heet dat.
Als we ons creatieve instinct (the child is father to the man) weten wakker te maken gaan we weer denken in mogelijkheden (
DIM) i.p.v. problemen (DIP).
Dan wordt creatief handelen mogelijk. Want creativiteit is het gevolg van drie andere stappen:
1. de effectiviteit (=de juiste dingen doen),
2. de efficiëntie (=de juiste dingen goed doen),
3. de flexibiliteit (=later de goede dingen doen) en
4. Creativiteit (=later de goede dingen goed doen).
En op de middelbare school leren we vooral efficiënt te werken: het maakwerk eerst doen en als dat lukt, ken je het ook. Als je in dit oude patroon doorgaat kost je dat veel tijd, en die kun je toch ook anders gebruiken.
Succes in het verleden is geen garantie voor succes in de toekomst (
zeker niet als de omstandigheden veranderen).

Voor de student(e) is dit vooral kijken naar de mogelijkheden van de opleiding om daar haar of zijn voordeel mee doen. Een goede student(e) heeft meer aan een slechte leraar dan een slechte student(e) aan een uitmuntende leraar. Voor leraren is het dan ook interessant om naar het 'leren' te kijken en voor studenten naar het 'onderwijzen'. Door zo naar de ander te kijken leren we over onafhankelijkheid, dus zelf doen zie ook
judo en leren.
Zo kun je onderzoeken wat je sterkten en je zwakten zijn en die dan beoordeelt als kans of bedreiging. Dus bij het invulling van dit ‘SWOT-diagram’ beoordeel je iedere sterkte / zwakte op ‘kans’ of ‘bedreiging’.


Bijvoorbeeld goed kunnen onthouden is een sterkte, maar zou een bedreiging kunnen zijn als je daardoor de hoeveelheid werk onderschat en laat begint.

tekstverwerking
- Kijk een hoofdstuk of paragraaf door: oriënteer je eerst; maak minisamenvattingen van paragrafen en teken het uit.
- Gebruik naast tekst en cijfers ook beelden, kleuren, etc..

aantekeningen

De ervaring die onthouden wordt is de persoonlijke ervaring.


De gebruikelijke manier om aantekeningen te maken is op een A4 vel. De meeste mensen doen het op dezelfde manier en hanteren hiervoor een bepaalde stijl:
- zinnen en woorden;
- lijsten met ideeën;
- onderverdelingen: a, b, c. enz. of
- ongeorganiseerd: chaotisch.
met het doel :
- orde te brengen in het denken;
- als geheugensteun;
- te communiceren;
- effectief te zijn;
- efficiënt te zijn;
- onze creativiteit te bevorderen;
- ‘2e hands’ kennis ‘1e hands’ te maken.
het gereedschap hiervoor is:
- grammatika;
- ordening in reeksen;
- logica.

Dit betekent dus: zwart op wit en met slechts 26 letters = monotoon en onpersoonlijk.

Als we deze informatie moeten oproepen zullen de problemen duidelijk zijn: "Wacht even, ik weet het wel, maar ..." En dit is correct: we weten het wel, want eenmaal opgeslagen informatie is en blijft aanwezig, maar als die niet bewust met etiketten is opgeborgen is het moeilijk die op te roepen op de gewenste momenten. Vlak voor een tentamen kun je monotoon opgeslagen informatie niet nog even over kijken.
Computerbestanden geef je ook een duidelijke naam, als die niet duidelijk onderscheid geven, verlies je uren met zoeken. Het geheugen werkt volgens het principe dat hoe meer je het gebruikt en oefent, hoe meer het kan doen. Als je het niet efficiënt gebruikt gaat het natuurlijk wel minder doen.
Om een idee te geven van de mogelijkheden: het aantal cellen is net zoveel als het aantal korrels in 25 000 suikerzakken van 1 kilo (een 1 gevolgd door een miljoen nullen??!!); het aantal vertakkingen net zoveel als de takken van alle bomen in Nederland (per sec. is het mogelijke aantal associaties een 1 gevolgd door 25 km aan nullen?!). Daarom is er
mindmapping.

creativiteit betekent er kleur in brengen


Toen we als kind onze moedertaal leerden, deden we dit met behulp van (gekleurde) beelden en de meesten van ons hadden hier maar zo'n 2 jaar voor nodig.


- Vul de gemaakte mind maps aan. Je herhaalt dan.
- Schrijf de vragen die bij het maken van mind maps naar boven komen op en stel ze in de les of college.
- Vraag de vakdocent naar de beste manier om de stof te bestuderen. Vraag wat je moet weten en wat inzicht vereist. Vergeet niet dat inzicht dikwijls eerst veel weten vereist.
- Denk niet te gauw dat het duidelijk is, stel jezelf kritische vragen en doe dit ook in de klas. Bedenk vragen.
- Ontwikkel en gebruik een vaste benadering en structuur.
Les of college
- Zoek niet je eigen gelijk, maar informeer eens waarom de ander het anders ziet.
- Maak afspraken met anderen om om de beurt naar een college te gaan en elkaar dan verslag te doen. Uitleggen daar leer je van en de anderen stellen vragen.
- In een les maak je slechts kennis met nieuwe stof
, het zijn gegevens en nog geen informatie. Links verticaal is het percentage kennis aangegeven, horizontaal is de tijd uitgezet; vergeten gaat tamelijk snel.


Zonder aantekeningen helpt ons korte-termijn geheugen ons zo'n tien minuten. Daarna weten alleen nog dat we ooit zoiets gehoord hebben, maar niet wat er gezegd is.
studeren
Kort samengevat komt goed studeren neer op:
1 Zoveel mogelijk gegevens verzamelen.
2 Ze bewust opslaan.
3 Regelmatig herhalen met steeds langere tussenpozen.
4 Fit en ontspannen zijn.
5 Vergeten wat er gisteren gebeurde en er nu bij zijn.

- Door zelf te ordenen maak je van tweedehands-, eerstehands informatie. Doe dit dezelfde dag als dit vak is behandeld. (lessen = onderwijzen; ver/uitwerken = leren)
- Kijk vooraf de te behandelen stof eens over. Dit kan leiden tot vragen. Leren doe je alleen als je ook vragen hebt.
- Bouw systematisch herhaling in door een vaste studietijd


Bovenstaande figuur probeert duidelijk te maken hoe dat werkt in verloop van de tijd. Systematische herhaling met steeds langere tussenpozen zorgt dat de kennis niet in de vuilnisbak verdwijnt.


De herhaling is belangrijk om kennis levendig en paraat te houden. Als dit niet gebeurt, zal elke keer als dit of een verwant gebied bestudeerd wordt, alles opnieuw geleerd moeten worden en ......... het wordt steeds meer.
Wat je nu leert zul je ongetwijfeld jaren later nog nodig hebben!!
- Onderbreek het leren met lichaamsbeweging: oefeningen op de stoel bijvoorbeeld armen spreiden naar voren en naar achteren; handen in elkaar en dan trekken; of naast de stoel: kniebuigingen en opdrukken.
- Creëer een vaste plek met een plakbord voor alle nieuwe dingen die je belangrijk vindt om te onthouden.
- Laat anderen in je omgeving weten wanneer jij studeert.
- Bespreek met medestudenten wat je aan het doen bent.
- Wissel ervaringen uit: hoe en wat je doet. Geef elkaar mondelinge samenvattingen en kijk dan of die begrepen worden. Je hebt iets geleerd als je het aan een ander kunt uitleggen.
- Begin altijd met vijf à tien minuten brainstormen: neem een (ongelinieerd) wit vel en begin in het midden.
- Studeer niet te lang achter elkaar; twee maal één uur is beter dan twee maal uur aan één stuk.
- Denk na over wat voor uitvluchten je gebruikt en bedenkt om niet te studeren. Sommigen gaan punten slijpen en bureaus opruimen, anderen de krant lezen!? Overigens goed voor de gemoedsrust, maar er moet ook aan het studeren gedacht worden.
- Stel jezelf doelen: cijfers of wat je wilt doen en als je ze (of het) niet haalt, onderzoek dan waarom dat is.


Dit model is de Deming cirkel. (Deming is een van de grondleggers van het huidige kwaliteitsdenken; een Amerikaan die in Japan werd geaccepteerd en wiens ideeën zo ook in het westen ingang vonden)
Aan de hand van dit model kun je je werkwijze onderzoeken.
• Heeft mijn werkwijze het gewenste resultaat?
Op deze vraag moet ik het antwoord zoeken. Daarom moet ik opnieuw mijn werkwijze onderzoeken en die met de oude vergelijken.
• Hierna ga ik pas plannen.
• Aan de hand van de verkregen resultaten kan ik
verbeteringen aanbrengen in mijn aanpak.

'Het kan altijd beter' of 'Het hoeft niet slecht te zijn om het beter te doen.' is het uitgangspunt bij het doorlopen van deze cirkel.
Deze werkwijze kan worden voorgesteld als een spiraal die steeds dichter het gewenste doel nadert.



time management
Tijd is een belangrijke factor; hier moet je beoordelen:
a) Hoe besteed ik mijn (studie)tijd en... schrijf dit op.
b) Hoe is mijn planning en houd ik mij daar aan?
(Plan ik vanuit de taak of Kijk ik eerst welke tijd ik beschikbaar wil stellen?)
c) Hoe kan ik mijn tijd beter gebruiken?

En vergeet niet: we hebben allemaal evenveel tijd (vierentwintig uur per dag); hoe je die gebruikt bepaalt de effektiviteit. Harder werken heeft alleen nut als je het effectiever gaat doen. Tijd heb je, die kun je niet verliezen, inhalen of winnen. Als je de verkeerde aanpak heel goed doet (=efficiënt) schiet je toch niet echt op.

1. de effectiviteit (=de juiste dingen doen),
2. de efficiëntie (=de juiste dingen goed doen),
3. de flexibiliteit (=later de goede dingen doen) en
4. Creativiteit (=later de goede dingen goed doen).

veel succes en voor eventuele vragen raadpleeg het abc van xyz.