Creatief Tenten bouwen ...?...!

Elke ochtend als we wakker worden, maken we een reis door. We komen uit de droomwereld van de slaap en heel even (ca. 1 minuut) zijn we open -zonder beeld- en dan toveren we ons wereldbeeld. Herinneringen van gebeurtenissen vallen op hun plaats en dan beginnen we aan de dag, waar we gisteren geëindigd zijn. Dit wereldbeeld vergelijk ik even met een tent. Ons beeld van de werkelijkheid hebben we geleerd te zien. Als kind hadden we een open blik: die eene minuut van de volwassene is voor een driejarige de gehele dag (daarom moet die nog zoveel slapen). Met behulp van onze aandacht trekken we met de scheerlijnen alles op zijn plaats (het verzamelpunt). De scheerlijnen zijn de energielijnen van ons verzamelpunt. Het verzamelpunt is het beeld dat we geleerd hebben te zien en we (on)bewust in stand willen houden. Dit kost veel energie en hoe meer dingen afwijken en we ze verwerpen hoe minder energie we over houden. Volwassenen zijn te onderscheiden in 2 typen: zij die maar een soort tent kennen en zij die weten dat er meerdere tenten zijn. Bij adolescenten is de tent nog niet zo duidelijk en daarom discussiëren zij nog graag omdat ze ook hun tent willen kennen. En hoe is het allemaal begonnen ?
[naar Index Metaforen]
Hoe leren afleren kan zijn
Ieder kind heeft een onbeperkte visie, een zgn. 360o visie: ongehinderd door remmingen onderzoekt het kind stap voor stap de wereld om hem heen.
Dit onderzoeken van de wereld betekent, of anders gezegd lijkt veelal op kapot maken: als er ijs ligt is het de kleuter wel toevertrouwd om dat proberen door te trappen. Feitelijk is dit een onderzoek naar de sterkte; het kind wil weten hoe sterk het ijs is. Voor hele kleine kinderen zijn boeken heel interessant: die worden onderzocht op treksterkte, muzikaliteit en smaak. De volwassene die het kind zo bezig ziet zal geneigd zijn dit te betitelen als destructiviteit. Voor het kind is het echter een niet te stuiten (zolang het tenminste de kans krijgt) onderzoekingsdrift. In een volwassen wereld past dit beeld niet of het moet zijn in een laboratorium, maar dat vinden we dikwijls iets anders en we vergeten dat voor het kind de hele wereld uiteindelijk een laboratorium is. Zo bouwt het kind aan zijn ‘huis’. M. Montessori beschreef dat als: “Het kind is de bouwer van zichzelf.” Te veel, te strakke regels en voorschriften geven het kind weinig kans ‘zelf’ te bouwen en zullen vooral conformiteit aanbrengen.
De oude Grieken beschreven dit in de mythe van Procrustus.

Als we nu het kind op middelbare leeftijd terug zien:Wat is er gebeurd dat het eens zo onderzoekende, open kind een volwassene is geworden met zo’n beperkte blik? Om in de beeldspraak van de Cherokee te spreken: De vos blijft ronddraaien.[zie de vos in de schaduw] Opvoeding, school en werkcultuur hebben haar/hem geleerd zich aan te passen om geaccepteerd te worden.
Gelukkig is er de coyote, de bedrieger die a-moreel is en in ieder van ons leeft. Door zijn destructiviteit schept hij de mogelijkheid en dikwijls de noodzaak om creatief te worden. De bedrieger die de verbinding probeert te leggen tussen wat goed lijkt en wat goed voor ons is. De vos Reinaart van La Fontaine vertelt ons over de bedrieger. Hoe dat een weinig vleierij ons arrogant maakt en zo verliest de raaf dus zijn stuk kaas.
Coyote is voor de Indianen de bedrieger die ons onze behoeften laat zien en zo de weg kan openen naar de ‘weg van de wolf’. De bedrieger in ons: arrogantie, angst, etc. kan dan onze leraar zijn en ons helpen te ontwikkelen. Dit betekent leren van mijn eigen fouten. Dit leidt tot een geheel ander ZELF-CONCEPT (Zie: De metafoor “weg van de wolf” )
[Terug naar Start Index] [Terug naar Index herformuleren]
Het creëerende proces van managen
We hebben nooit genoeg van wat we niet nodig hebben
Creativiteit bloeit in een wereld waarin verschillen worden gerespecteerd en grenzen worden afgeschaft
Creativiteit betekent werken aan je vermogen om situaties op nieuwe manieren te zien en te begrijpen, feitelijk dus een manier van kijken. Een actieve manier van kijken “wu wei”: actief niets doen. Zoals de kikvors die stil zit en als er een vlieg binnen zijn bereik komt onmiddellijk toehapt. En als het doel (=droomstelling of het nieuwe type tent) bekend is kan dit creërende proces worden gestart met twee vragen:
A. Wat heb ik? (kijken)
B. Wat heb ik nog nodig? (kijken)
Deze twee simpele vragen, gesteld in deze volgorde brengen de flux op gang en sturen mijn energie om me te verdiepen in de Hoe-vraag (zoeken).
Waarom is dit nu zo moeilijk ? [naar Tao van creativiteit 1 t/m 3]
De moeilijkheid om een start te maken met creatief gedrag ligt in het doorbreken van de als normaal geaccepteerde grenzen. De werking van het wetenschappelijke en culturele paradigma is boeiend beschreven door Thomas S. Kuhn in The Structure of Scientific Revolutions. Een paradigma beschrijft hij als een model of patroon dat ons kijken bepaalt: ons vaste aandachtspunt. Het geeft richting aan het denken, bepaalt de kwaliteit en de relatie met de natuurlijke omgeving. Het referentiekader van waaruit gewerkt wordt is bepalend voor de resultaten en een puur rationele benadering geeft een onvolledig beeld. [meer over paradigma’s, klik hier] In de eerste instantie is dit namelijk destructief gedrag, waar we van terugschrikken. Picasso noemde destructiviteit de essentie van creativiteit: het doorbreken van bestaande ordeningen om zo iets nieuws te creëren. Een mooi voorbeeld is de stierenkop van Pablo Picasso. Uit oude fietsmaterialen (een stuur en zadel) maakte hij de vorm, die vervolgens in brons werd gegoten. Creativiteit krijgt geen kans als we grenzen respecteren en verschillen proberen af te schaffen.
Thomas Kuhn zegt dat er twee soorten wetenschappers zijn: de grensverleggers en de uitwerkers (normal scientists). De eerstgenoemde onderzoekt een paradigma, terwijl de ‘normal scientist’ de puzzels uitwerkt. Als je een legpuzzel gaat kopen weet je dat hij opgelost kan worden; als je aan iets echt nieuws begint, weet je nooit of het oplosbaar is. Het creërende proces gaat nog verder. Het probeert bestaande paradigma’s te doorbreken door feitelijk het onmogelijke in principe als mogelijk te willen zien. Als je hier dus mee begint koop je geen puzzel, waarvan je zeker weet dat je hem kunt oplossen. Soms zal er (nog) geen oplossing zijn.
Zo ging een jonge man naar zijn leermeeester en zei:
“Meester ik wil sterven.”
“Dat is geen oplossing,” antwoordde die.
“Hoe zit het dan met leven?” vroeg de leerling.
“Nee, leven is ook geen oplossing,” zei de meester.
“Maar wat moet ik dan doen?” vroeg hij wanhopig.
Toen vroeg de meester: “Wie heeft je eigenlijk verteld dat er een oplossing was?”
Bepaalde problemen zijn geen problemen, alleen hebben wij ze zo genoemd en dan verwachten we ook dat er een oplossing is. Bij voorbeeld: eten kost tijd, dat kan ik een probleem noemen en zoek dan een oplossing: fast food, junk food dus. Op korte termijn o.k. maar jaren later komen de klachten. Bepaalde moeilijkheden zijn geen problemen maar vereisen een ander perspectief, manier van kijken dus. Niet de situatie verandert maar hoe ik er naar kijk: het paradigma (of tent) dus.
Als we ons ervan bewust zijn kunnen de paradigma’s positief gebruikt worden. Zoals gezegd geven ze de grenzen van het wereldbeeld aan en de spelregels waarmee je succes kunt boeken binnen die wereld of dat systeem. Verdere kenmerken zijn dat ze bijna overal een rol spelen en nuttig kunnen zijn in routinezaken. Daarnaast werken ze verlammend voor innovatie en worden het duidelijkste gezien door buitenstaanders. Maar je kunt ze wel zelf kiezen! Je kunt opzettelijk een nieuw paradigma kiezen en van daaruit een situatie simuleren. Dit vereist wel moed, want ‘men’ accepteert zelden iets buiten het normale wereldbeeld. Pas als het eindresultaat goed is, wordt het wel geaccepteerd. Bijna iedereen draagt nu een digitaal horloge! Terwijl het originele ontwerp niet geaccepteerd werd. De acceptatie kan soms wel lang duren en daarom vereist de introductie veel creativiteit en kennis van opvattingen en wereldbeeld in je omgeving. Als we denken aan creativiteit is een van de eerste dingen dat bij de meesten van ons in gedachten komt: iets nieuws creëren. Veelal beseffen we nauwelijks dat iets nieuws creëren erg veel met ‘kapot maken’, destructiviteit, van doen heeft. De systematiek van het creëerende proces is betrekkelijk eenvoudig te beschrijven: a. Iets klopt er niet en geleidelijk worden hiervan bewust: orientatie; b. we worden ongerust en moeten hier iets aan doen: frustratie; c. we gaan bewust zoeken en accepteren niet het meest voor de hand liggende: inspiratie; d. we onderzoeken de gevonden ideeën: bevrijding; e. we zoeken naar toepassingsmogelijkheden: vertaling; f. we passen de ideeën aan en zo vinden we nieuwe toepassingen: oplossing.

Maar het werkelijk en eerlijk doorwerken vereist discipline om bestaande ideeën te durven verwerpen. Bovendien hebben we de neiging om bij bewuste problemen snel naar een oplossing toe te willen: probleem is negatief en oplossing positief (!) en daar zit het addertje.
Ons bewust zijn dat we een blinde vlek hebben is belangrijk, omdat de mens zijn wereld nu eenmaal ziet volgens het wereldbeeld dat hij heeft. Wij gaan om met de ‘realiteit’ zoals wij die ‘zien’ en transformeren die vervolgens tot hij is wat we zien. Zo vinden we altijd bevestiging voor wat wij denken: de ‘realiteit’, want die hebben we immers zelf mee gecreëerd. Herkenbaar als we iemand bij een creatieve sessie horen zeggen: “Laten we realistisch blijven.”
De westerse medici hebben nog steeds geen antwoord over de werking van acupunctuur, omdat zij het beschouwen vanuit hun standpunt. Dat het werkt kan niemand ontkennen, toch vindt het nog steeds geen algemene acceptatie. Iedereen zou denken ‘baat het niet, schaadt het niet’, maar geen enkel ziekenhuis heeft een acupunctuur afdeling. Dat veel mensen het toch proberen en er baat bij hebben, pleit eigenlijk alleen voor het gezonde verstand van die mensen. Ook hebben we hier te maken met het ‘NUH-syndroom’: het ‘niet uitgevonden hier’ syndroom. Alles wat het ‘establishment’ niet zelf heeft gevonden, wordt niet als relevant beschouwd. Als wij geloven dat een strijd tussen de twee sexen ‘natuurlijk’ is, zullen de sexen strijden en dit geloof ‘bewijzen’. Als een groep mensen gelooft dat zij niet op een humane, democratische manier kunnen samenleven, zal dat ook niet lukken en zal er een dictatoriaal regime ontstaan om dat te bewijzen. En als alle leefbaarheid wordt beoordeeld vanuit economisch perspectief, zal het nieuwe nauweelijks kans krijgen. Het zal duidelijk zijn als deze omzetting van ‘verondersteld’ wereldbeeld in een werkelijke wereld heeft plaats gevonden, het voor mensen bijna onmogelijk is te beseffen dat het anders zou kunnen. Voor de mensen binnen een bepaald wereldbeeld of cultuur is er alleen die wereld. Zo wordt creativiteit ook voor een (belangrijk) deel cultureel bepaald. [ voor meer over cultuur >naar Cultuurindex ] Oplossingen worden gekozen vanuit de bestaande kennis en ook al creëren ze steeds nieuwe problemen, dit zal dan niet gezien worden. In veel bedrijven vindt promotie plaats op basis van oplossingsvaardigheid en worden nieuwe innovatieve ideeën afgedaan met bekende kreten zoals: “Daar zijn we nog niet aan toe,” of “Jij bent voor op je tijd.” Zie DENKEN IN PROBLEMEN (> de poster) Maar echt beloond worden die in veel bedrijven niet. Of het moet zijn dat zo’n creatieve persoon weggaat en een eigen onderneming (cultuur) start en zo zichzelf beloont. Veelal zien we dan dezelfde cyclus als waarom het andere bedrijf door de pionier gestart is. Toen het echter groot groeide, ontstonden vanzelf de bureaucratische belemmeringen voor het creatieve individu. Jammer, want het is voor iedere organisatie goed om de creatieve mensen binnen te houden en zo nieuwe cycli van regeneratie te creëren en als ‘lerende organisatie’ succesvol te blijven. Een belangrijk kenmerk van zo’n organisatie die mensen laat leren is immers vergaande delegatie van zowel denken, doen als beslissen. Juist die zaken die in de strakke hiërarchische organisatie zoveel mogelijk gescheiden worden en daardoor de creatieve inbreng verhinderen. Dit heeft dus alles te maken met de culturele paradigma’s.
Onder wat we denken dat we zijn, zijn we iets anders en dat kan van alles zijn.

“Il faut casser des oeufs pour faire ne omelette.”

[Terug naar Index herformuleren]

Voor een uitwerking van de zes belevingen van creativiteit zie: Zes beelden bij
creativiteit .