Het Vanzelf-principe; Hoofdstuk 13 De creatieve weg van thee
Een wand van groen.
Een bruin blad dwarrelt naar de grond.
Het theewater zingt.

september 1990

Zen is geen religie of filosofie, maar is wel een praktische toepassing genoemd van de Taoïstische levensfilosofie. Wie de weg van zen inslaat, kiest voor een directe confrontatie met zichzelf in het nu. Zen betekent doen wat je doet: Gisteren is gebeurd, morgen is wel mogelijk, maar vandaag gebeurt nu. Professor Suzuki schrijft, dat zen voortkomt uit het Mahayana Boeddhisme, het ‘Boeddhisme van het Grote Voertuig’. Op het grote voertuig konden velen de stroom oversteken en de ‘overzijde’ bereiken. Dit in tegenstelling tot het Hinayana of Thera Veda Boeddhisme, dat door de onmiddellijke volgelingen van Boeddha gepredikt werd. Het Hinayana was het ‘Kleine Voertuig’, waarop enkel uitverkorenen plaats konden krijgen. Het is ontstaan op het ontmoetingspunt van het Confucianisme en Taoïsme in het zuiden van China. Het Confucianisme benadrukte strakke leefregels en eerbied voor traditie. Het Taoïsme benadrukte de essentie van het individuele ondogmatische zijn en was in zekere zin heel anarchistisch, immers vooral afgedwongen autoriteit bestaat bij de gratie van dogma’s. Boddhidarma bracht het Boeddhisme uit India en onder de Chinese invloed ontstond Ch’an Boeddhisme. De zen patriarchen oefenden zich in het ‘plotselinge ontwaken’ . Geen lang staren of stilzitten maar door confrontatie met koans (zie ‘Creativiteit van A tot zen’ koan) werd het denken uitgeschakeld en bereikt men inzicht, verlichting of ‘satori’. Een voelen en volledig beleven van het zijn dat het niet-zijn insluit. Uiteraard is dit evenmin in woorden uit te leggen als het geluk dat iemand kan ervaren als hij een prachtige zonsopgang ziet. Als je bij zo’n ervaring ‘denkt’: ‘Wat mooi!’ is de feitelijke ervaring immers al voorbij.
Zen geeft aan dat interpreteren niet de ervaring zelf kan zijn: ‘Hij die interpreteert sterft.’
In onze normale bewuste aandacht zijn we gericht op de normale, ons bekende omgeving. Hierop is in de loop der jaren ons aandachtspunt ‘ingesteld’. In onze slaap verschuift dit aandachtspunt en komt dieper te liggen, dan maken we contact met ons onderbewuste via onze dromen. Overkomt ons iets bijzonders dan verschuift dit aandachtspunt en komen we als het ware in een andere dimensie terecht. We ‘zien’ dan een andere realiteit. Vooral als we getroffen worden door iets van grote schoonheid, bijv. in muziek, kunst of poëzie, dan zien we iets dat buiten de normale routines valt en verandert onze aandacht. Ook bij ernstige gebeurtenissen zoals ziekte of dood in onze omgeving wordt onze aandacht buiten onze normale realiteit getrokken. De meesten van ons kennen het gevoel van betrekkelijkheid van alle dingen als een dierbare is overleden. Veel van wat normaal gesproken zo belangrijk is, lijkt veel betrekkelijker.
Als we het creatieve proces nader bekijken, zien we dat het feitelijk een bewust verschuiven of bewegen van ons kijken (ons aandachtspunt) betekent. Door steeds andere invalshoeken te nemen zien we de verschillende realiteiten in die ene realiteit, die we in onze ‘normale aandacht’ als de enige werkelijkheid beschouwen. Ook in zen wordt bewust gewerkt om ons uit die ene, beperkte werkelijkheid te halen.
De bedoeling is te ontdekken hoe relaties als een ingewikkeld netwerk in elkaar verstrengeld zijn. Dit zien is zen; actief passief zijn (wu wei): gesymboliseerd in de kikvors, die tijden kan stilzitten en plotseling een vlieg kan vangen.
Interpreteren, erover denken dus, is tijdgebonden. Het werkelijke zijn is zien. Zien hoe alles met alles is verbonden en daarin bewegen, want behalve zien betekent zen ook bewegen met de energie van de natuurlijke transformaties. Het is juist hier dat yin-yang van het Tao te herkennen is.
De zen van creativiteit is juist de mogelijkheden te zien in de natuurljke processen in hun totaliteit. Teveel denken als we moeten waarnemen, doet ons kansen missen. Natuurlijke processen wachten niet tot wij er voor klaar zijn. Hooien doe je als de zon schijnt en daar wacht je niet mee tot de vakantie is afgelopen en het jou uitkomt.
Er zijn veel manieren om dit praktisch te oefenen, zen is immers ‘praktijk’. Alle martiale kunsten uit Japan met ‘do’ zoals, judo, kendo, aikido, kinomichi (dat van recentere datum is en daarom het Japanse woord ‘michi’ voor ‘do’ gebruikt) verwijzen naar het Chinese ‘Tao’ (spreek uit als Dao) en zijn manieren om te oefenen in het zijn.
Dat het juist dikwijls martiale sporten zijn hoeft ons niet te verbazen, want zen probeert juist het onderscheid tussen denken en doen op te heffen. Het is geen mystieke bezigheid, maar een bewust ervaren van wat er is.
“Geluk is zo licht als een veer, toch vinden wij het moeilijk te dragen.
Rampspoed is zo zwaar als aarde, toch vinden wij het moeilijk het te vermijden.,”
Chuang Tse.

Door dit praktisch te oefenen, zonder intellectuele uitvluchten te kunnen bedenken (de tegenstander heeft dan immers al toegeslagen) wordt de geest gescherpt om nu te zien wat er gebeurt. Door langdurige oefening zal de toepassing van het geleerde een alledaagse eigenschap worden. Vooral bij creativiteit kan de zenoefening veel profijt opleveren. Het trekt ons namelijk weg uit de logische linker hersenhelft en doet ons de mogelijkheden in situaties beter zien. De synergetische werking van linker- en rechterhelft creërt meer. Na de nodige oefening gaat dat dan vanzelf.
Naast de martiale kunsten zijn er ‘zachtere’ wegen, zoals ikebana (bloemschikken), zazen (zitten), tekenen (sumi-e) en chado (theeceremonie). Naast deze Japanse manieren zijn er net zoveel westerse ‘zenoefeningen’. Het bereiden van een maaltijd, het schrijven van een gedicht, het zien van een spinneweb, de afwas doen of het zo getrouw mogelijk tekenen van een boom (De zen van het zien, Frederick Franck) zijn allemaal ‘zen’. De tennisser, voetballer of hockeyer die als het ware één wordt met het spel, ervaart precies hetzelfde. De persoonljke oefening zou kunnen zijn om dit niet alleen in het eindige spel toe te passen, maar in het oneindige spel dat de praktijk van alledag is.
De theeceremonie heeft in Nederland wel enige bekendheid, mede door het boek ‘Rituelen’ van Cees Notenboom. Zelf studeer ik al jaren thee en wil in dit hoofdstuk hier een beschrijving van geven. Ik hoop hiermee duidelijk te maken dat er niets mystieks aan is, maar dat het werkelijk iets concreets is. Je doet wat je doet. Het traint de innerlijke discipline om niet met onze vooroordelen op de loop te gaan. Dit bedoel ik als een handvat voor de lezer om haar/zijn eigen creatieve denken te ontwikkelen vanuit de eigen zen.

chanoyu to wa Besef dat chanoyu
tada yu o wakashi Gewoon een zaak is van
cha o tatete Water verhitten,
nom bakaris naru Thee bereiden,
mono to shiru beshi En drinken.

Sen-no-Rikyu


De essentie van de theeceremonie is een kom thee maken voor een of meerdere gasten. Door de aandacht, zorg, sfeer en rituele vorm wordt dit tot een ontmoeting in de ware ‘zin van het woord’, nogal paradoxaal omdat het juist niet de woorden zijn maar het doen dat telt. Een intieme ontmoeting omdat wij elkaar ontmoeten zonder woorden, maar in het doen en zijn.
Cha-no-yu of Chado (letterlijk de weg van thee) werd in Japan geïntroduceerd uit China en geperfectioneerd door Meester Sen-no-Rikyu. Hij baseerde de ceremonie op de geest van zen in de 16e eeuw. Een complete chaji beslaat zo’n vier uur en hierbij wordt de thee (dikke thee: alle gasten drinken uit dezelfde kom en het slot: dunne thee, speciaal voor iedere gast een nieuwe kom) afgewisseld met kleine, verfijnde gerechten.
Bij de studie van de theeceremonie creërt men een geestelijke discipline om ‘wabi - sabi’ te bereiken. Wabi en sabi zijn de fundamentele concepten om emotie vorm te geven. Zij duiden op een smaak voor eenvoud en rust verfijnd tot een zuivere kunstvorm. Het idee erachter is dat er niet zoiets als verspilling bestaat. Iets dat geestelijk mooi is bestaat binnen een gecreëerde situatie. Bij het streven naar de perfecte vorm om die gevoelens te beleven is men niet passief maar actief. Dit spreekt uit de zorgvuldigheid waarmee alles wordt voorbereid.
Het is een pad van matiging en vrij van pretenties. De gastheer of gastvrouw bereidt in aanwezigheid van de gast(en) de thee, geheel volgens voorgeschreven vorm en zo ontmoet men elkaar, de een actief de ander aandachtig ontvangend.
Kakuzo Okakura beschrijft in The Book of Tea thee als: ‘een verering van het imperfecte, om iets mogelijk te maken in dit onmogelijke ding dat wij leven noemen.’
In China werd deze speciale thee vooral voor medicinale doeleinden gebruikt. Het eerste gebruik in Japan was voor de verfrissing van de zen-monniken die zazen beoefenden. Tijdens het lange ‘zitten’ was de thee een welkome opfrisser. De legende zegt dan ook dat de theeplant ontstond doordat Boddhidarma een voor een zijn wimpers uittrok om niet in slaap te vallen. Uit de gevallen wimpers groeiden de eerste theeplanten. Het is een methode om tot zelf-ontplooiing (geestelijke rust) te komen volgens de zenprincipes van nederigheid, soberheid en mededogen. De theekom is het symbool van leegheid, ‘want wat niet is, maakt de kom bruikbaar,’ zei Lao Tse. Een vacuüm is er voor ons om binnen te treden en op te vullen met de maat van onze emotie.
In de theekamer zijn we weg van de jachtige wereld, ruimen we tijd in om samen met anderen een rust en stilte in beweging te creëren en bevrijden we ons van alle bindingen met ons jachtige, alledaagse bestaan. In de thee komen we samen en bevestigen ‘de onveranderlijke kwaliteit van de verandering’. Alles is tijdelijk en door in harmonie met andere in een harmonieuse, oprechte sfeer elkaar te ontmoeten helpt dat onszelf te openen voor de ander en onze omgeving.
Vóór de gasten komen wordt alles in gereedheid gebracht. De theekamer wordt gereinigd, de tuin wordt geveegd, de kooltjes in de furo (oven) worden gloeiend gemaakt en het water wordt te koken gezet in de kama (ketel). De thee wordt in een speciaal potje gedaan (natsume) in de vorm van de berg Fuji. De traditionele theekamer is gewoonlijk ongeveer drie vierkante meter (een vier-en-een-halve tatami-mat kamer) en is zeer sober gedecoreerd. De geest van ‘wabi’ vindt zijn uitdrukking in de eenvoud en rust van deze kamer. Er is een eenvoudige tak of bloem (chabana), rechtstreeks van buiten, geplaatst voor de opgehangen tekst.
Deze tekst (kakejiku) is mede bepalend voor de sfeer en thema van de ontmoeting en is gemaakt door de gastheer/vrouw. Als de tijd gekomen is en de gasten in de tuin buiten hun opwachting maken komen zij binnen door de traditionele opening van ca. 60 vierkante cm. Zo zijn ze gedwongen te buigen en verliezen hierdoor hun gevoel van zelfimportantie. In de theekamer is immers iedereen gelijk. Zo wordt ‘harmonie’ (wa) gecreëerd:
Als de gasten hebben plaats genomen na eerst de tekst en bloem of tak te hebben bewonderd, komt de gastvrouw/-heer van achter de schuifdeur en biedt de bezoekers okashi (zoete spijzen) aan. Evenals de tak of bloem is dit ook afgestemd op het jaargetijde. Bij meerdere gasten is er een hoofdgast die dit in ontvangst neemt en op ceremoniële wijze bedankt. Daarna worden de verschillende hulpmiddelen binnengebracht. Allereerst is dat de mizusashi ( kan met koud water) en hierna tegelijkertijd, de natsume en chawan (theekom). Deze worden duidelijk zichtbaar gedragen zodat de gasten alles goed kunnen zien. Als laatste worden de kensui (bak voor afvalwater), futa oki (bamboe standaard) en hishaku (bamboewaterschep) binnengebracht. Nu kan de ceremonie voor ‘dunne thee’ (usucha) beginnen. Dit is het laatste onderdeel van een chaji. Alle hulpmiddelen zijn gemaakt van natuurljke materialen, zoals bamboe, aardewerk en ijzer en dit duidt op de verwantschap met de natuur. De materialen zijn niet beschilderd maar ruw, zo symboliseren zij het respect (kei) dat mensen voor elkaar en de natuur behoren te hebben en zijn voor elke ceremonie nieuw.
Hierna wordt alles op de mat klaar gezet. Uit de kom wordt de chasen (bamboekwast om thee te kloppen) voor de mizusashi gezet. En de chashaku (bamboelepel) wordt op de natsume gelegd. Nadat de waterschep op bamboe is gelegd wordt de deksel van de ketel gehaald, we horen dan het zingen van het water. Behalve deze geluiden wordt er over niets anders gesproken als de gebruikte voorwerpen, tekst, tak en de kom. Op deze wijze komen we helemaal in het nu. Ook de wijze van zitten: op de knieën op de mat bevordert de aandacht! Vóór de spullen gebruikt worden voor de bereiding van een kom thee worden ze helemaal gereinigd met een speciale doek (fukusa), de kom wordt gereinigd met een vochtig doekje (chakin). Deze reiniging, het vegen van de tuin en de speciale ordening van de thee in de vorm van een berg, symboliseren de zuiverheid (sei). De essentiële verbondenheid tussen natuur, mens en dingen.
Vervolgens word voor elke gast thee gemaakt in dezelfde kom. Deze wordt steeds door een gast gehaald, gedronken, aandachtig bekeken: dit is immers een eenmalig moment en komt nooit weer (voor elke gelegenheid wordt een andere kom gebruikt) en teruggegeven. Na te zijn schoongemaakt wordt hier opnieuw thee in gemaakt. Als de hoofdgast te kennen geeft dat hij of zij niet meer hoeft, wordt er koud water in de ketel gedaan, waardoor het zingen ophoudt. Tijdens de bereiding wordt rust en stilte in onszelf gecreëerd in en door het gezelschap van anderen. Dit is het esthetische concept van jaku (rust of stilte). Dit is het einde van de theeceremonie. Hierna wordt alles opgeruimd in de omgekeerde volgorde waarmee begonnen is. De gasten kunnen dan nog vragen om de natsume en chashaku te zien (haiken). Daarna verlaten de gasten de theekamer en gaan ieder huns weegs, terwijl zij in hun hart de rust van hun ontmoeting meedragen.
[Terug naar Index herformuleren] [Terug naar Start Index]
Het zal duidelijk zijn dat dit slechts een beschrijving is en net zomin als de tennisser het gevoel kan beschrijven van eenheid, zal dit de essentie weergeven. Om het te ervaren moet je het doen. Wel hoop ik dat duidelijk is dat het een praktisch bezig zijn is dat vorm geeft aan de onze gevoelens. Zo heeft elke activiteit waarin wij volledig opgaan zonder erdoor geleefd of opgejaagd te worden zijn eigen zen. Misschien hebben de gebeurtenissen zoals ze ons overkomen geen enkele zin. Wij kunnen ze wel een zin geven.

Voor een toelichting op de weg van thee met het zenverhaal van de 10 ossen. Klik hier.
Creativiteit van A tot Zen: Inleiding, Creativiteit koan
[Terug naar Index herformuleren] [Terug naar Start Index]