Het holografische paradigma
Om problemen op te lossen op voor ons bekende wijze maken we slechts gebruik van de bekende of bewuste wereld en die wordt in onze cultuur veelal bepaald door de linkerhersenhelft. Zo blijven we binnen bestaande zienswijzen of paradigma’s.
Als we beiden hersenhelften optimaal benutten maken we gebruik van synergie: de som van samenwerkende delen is meer dan een optelling van de afzonderlijke delen.
Om nieuwe mogelijkheden te vinden zullen we dus een sprong (‘de mindhop’) moeten maken van de linker naar de rechterzijde. Werken met beelden activeert vooral de rechterhersenhelft. Samenwerking van linker- en rechterhelft: structuur en beelden, logica en intuïtie, digitaal en analoog, analyse en droom, taal en kleur maakt een ijzersterke synergetische verbinding. Altijd als we voor problemen staan en... niet voor het ‘eerste de beste’ kunnen kiezen, moeten we een beroep doen op onze onderbewuste hulpbronnen. Creativiteit heeft veel te maken met spritualiteit. Een spiritualiteit die niets te maken heeft met zweverigheid maar het concrete zijn. Op een gegeven moment zijn we gekomen aan de uiterste grenzen van wat we dachten dat mogelijk was. Hier kan het holografische paradigma, zoals uiteengezet door Karl Pribram en David Bohm iets laten zien over de mogelijkheden.
Wat is een hologram? Het is een vinding van Dennis Gabor (1947, gebaseerd op de wiskundige benadering van Leibnitz), die in 1965 door Emmett Leith en Juris Upatnicks werd gerealiseerd met de pas uitgevonden laserstraal.

Een sterk geconcentreerde licht- of laserstraal wordt in tweeën gespleten. De helft van de straal wordt op de plaat gericht, terwijl de andere helft langs het beeld teruggeleid wordt naar de andere helft van de straal. De speciale holografische plaat neemt de miljoenen beeldjes op als de stralen elkaar kruisen. Als de laserstralen op de fotografische plaat worden gericht vanuit een speciale hoek, dan wordt het orginele beeld opgeroepen. De copie is geen vlak beeld, maar een driedimensionaal beeld dat in de ruimte hangt. Als we naar dit voorwerp van boven, van onderen of van opzij kijken, zien we hetzelfde als bij het origineel.
Als de originele holografische plaat 90 graden wordt gedraaid, kunnen zo’n 90 beelden op dezelfde plaat worden vastgelegd, zonder dat zij elkaar beïnvloeden. Het meest verwonderlijke is dat als de plaat kapot gaat, uit ieder deel het originele, driedimensionale beeld kan worden gecreëerd, zonder verlies van kwaliteit.

Volgens Pribram is het brein een hologram, dat door de 3-dimensionale ordening ons een wereld voorschotelt. David Bohm spreekt van een 'implicate' en een 'explicate' realiteit. Onze kijk op de wereld filtert alles en laat ons alleen de 'explicate' werkelijkheid zien, datgene wat zich ontvouwt. De 'implicate'of 'verborgen' wereld wordt door de filters niet waargenomen. Het vergt teveel om in dit bestek de hele theorie uit te leggen, wel beschrijft D. Bohm een interessant experiment dat iets laat zien van de mogelijkheden die voor ons oog verborgen blijven. (The HOLOGRAPHIC PARADIGM, and other paradoxes, New Science library, 1985).
…" BOHM : In London hadden we een apparaat dat uit twee concentrische glazen cilinders bestond, gevuld met glycerine. Deze konden langzaam gedraaid worden zodat er geen diffusie van de viscose vloeistof ontstond. Als je een druppel onoplosbare inkt hierop liet vallen, en de cilinders langzaam draaide, veranderde de druppel in een draad die geleidelijk onzichtbaar werd. Als je de cilinders terugdraaide werd de druppel plotseling weer zichtbaar. Zo kun je zeggen dat de druppel werd 'enfolded'(omwikkeld) in de glycerine zoals een ei word verwerkt in een cake. Je kunt het ei niet 'terugwikkelen' uit de cake, maar je kunt de inktdruppel wel terugwikkelen door de cilinders langzaam terug te draaien omdat er een viscose menging plaats vindt. Nu kun je voorstellen dat je nog een inktdruppel inwikkelt op dezelfde manier en de twee druppels zouden op elkaar lijken, maar er is een verschil tussen de twee 'enfolded' ' druppels omdat de eene in dit zal verdwijnen en de andere in dat. Dit onderscheid zit hem in de 'enfolded' ordening; het is niet de gewone 'unfolded' ordening die we zien, wat onze normale beschrijving van de realiteit is. Normaliter zien we ieder punt van ruimte en tijd als gescheiden en separaat en alle relaties zijn tussen aangrenzende punten in ruimte en tijd, nietwaar? In de 'enfolded' ordening zullen we zien dat als de druppel 'ingewikkeld' is, het in het geheel is verdwenen en dat elk deel van het geheel bijdraagt aan die druppel. Als we dus een tweede druppel 'inwikkelen', is die druppel op een andere plaats maar in de 'enfolded' situatie en vermengen ze zich op een bepaalde manier; is dat duidelijk ?
WEBER: Ze vermengen zich met elkaar of ze zijn verspreid door het geheel ?
BOHM: Ze verspreiden zich door het geheel maar ze zijn gescheiden van elkaar; ze doordringen elkaar, maar als je ze 'ontwikkelt' scheiden ze zich en vormen twee druppels."….
Dit lijkt op wat het creatieve proces beoogt: door beweging ongeziene mogelijkheden in het 'hologram' van het brein (dat ons hele universum bevat) zichtbaar maken.
Een nieuwe combinerende, associatieve kracht die ons kan helpen. Nooit kunnen we die gebruiken als we niet open en zonder voorbehoud willen handelen. Creativiteit heeft alles te maken met concreet denken: geen hulp meer, niets is gemakkelijk, we moeten gewoon handelen. De creatieve oefening is feitelijk een manier om dit gevoel bewust en concreet te maken en van daaruit dieper te gaan. Dit is een spiritualiteit die niet zozeer hoger ligt als wel dieper. Ongekende hulpbronnen, kennisbronnen aanboren betekent verder gaan, buiten bestaande denkramen willen en durven gaan. Dit kan bewust gedaan worden, alleen moet dan het proces in kaart worden gebracht, om achteraf te kunnen kijken naar de sprongen die gemaakt zijn. Creativiteit is geen gave, het is een vaardigheid die we allemaal in huis hebben, op kunnen roepen, kunnen gebruiken als we daar de behoefte toe voelen.
[Terug naar Index herformuleren] [Terug naar Start Index] [naar Index Metaforen]