Gods in management
(dit is geen samenvatting, dus voor meer diepte is het alleszins de moeite waard om et boek te lezen)

Charles Handy zegt dat hij een wat ‘losse’ benadering ( ‘low-definition’ theory’ is een leidraad en geen beperkend model ) kiest omdat management geen exacte wetenschap is, maar een creatief en politiek proces. Als het exact zou zijn, zou iedere student een perfecte manager zijn! Management geeft meer plezier, is creatiever, persoonlijker, politieker en intuïtiever dan een boek ooit zou kunnen beschrijven. toch zijn er bepaalde patronen te onderscheiden.



ZEUS
Zeus regeerde vanaf de Olympus en gooide zijn bliksem als hij boos was en goud als hij iemand wilde inpalmen. Hij werd gevreesd, gerespecteerd maar was niet bijster geliefd. Hij toont de patriarchale tradititie, irrationeel maar ook belonend, impulsief en charismatisch. Handy tekent hem als een spin in het web.
Deze cultuur komt het meest voor in de beginnende ondernemingen. Het is de country club cultuur, geschikt vooor snelle beslissingen, weinig bureaucratie en waar functies of product en persoonlijke verdiensten (track record) zwaarder tellen dan harde facts and figures.

APOLLO
Was de God van orde en regels, rationaliteit, waar alles op logische wijze kan worden geanalyseerd: commissies. Kenmerkend is de rollencultuur, taakomschrijvingen, handboeken, procedures, informatiesystemen, etc. Symbool is de tempel waar de pilaren schoonheid en sterkte bepalen. Stabiliteit en voorspelbaarheid zijn nodig om deze bureaucratische organisatie te doen overleven. Als morgen zal zijn zoals vandaag...

ATHENA
De taakgerichte organisatie. Zij is geboren uit het hoofd van Zeus, krijger godin, beschermer van Odysseus, de probleemoplosser bij uitstek. Management betekent bezig zijn met het succesvol oplossen van problemen. Creativiteit wordt hoog ingeschat en problemen worden gedefineerd waarna taakgroepen een oplossing vinden. Handy symboliseert dit met een net, waarin knopen zitten: de problemen. Door in een netwerk de juiste mensen te zoeken, middelen beschikbaar te maken zal doelgricht gewerkt worden. Vooral te herkennen in de matrix structuur en teams.

DIONYSOS
De god van wijn en het lied vertegenwoordigt het existentiële aspect onder de goden. Existentialisme gaat uit van de aanname dat we niet het instrument van een hoger ‘iets’ zijn, maar dat we verantwoordelijk zijn voor ons eigen lot. En waar bij de andere organisatieculturen het individu ondergeschikt is aan het hogere doel: de organisatie, is het hier omgekeerd: de organisatie moet het individu helpen om een doel te bereiken. We kunnen denken aan artsen in een gezamenlijke praktijk, advocaten, universiteiten, scholen of een kunstenaarscollectief. Ze zijn niet onderling afhankelijk voor hun werk, er is een organisatorisch belang. Het is de favoriete cultuur van professionals, en ze zien de organisatie dikwijls als een noodzakelijk kwaad.

conclusie:
We zouden de diepere patronen kunnen beschouwen als archetypisch en terwijl de persoonlijke invulling uniek is, zijn er een aantal vaste kenmerken aan. Elke rivier heeft stromend water, maar dat betekent niet dat ze allemaal hetzelfde zijn.
De patronen en modellen worden gesymboliseerd door de Goden en vertegenwoordigen verschillende organisatieculturen. De Grieken kozen of creërden hun goden om bepaalde kenmerken van hun wereld uit te beelden. In de goden en hun belevenissen zien we veel menselijke eigenschappen en leveren veel psychologisch voer.
Vanuit transformatieoogpunt zijn de ‘ Griekse goden’ zoals Handy die bedoeld de geïmpliciteerde orde die de de zichtbare (geëmpliciteerde orde) gebeurtenissen sturen. Als het verkeerde model gehanteerd wordt (niet passende cultuur) zal dat zichtbaar worden in inefficiency, verborgen achter buffer voorraden, lange levertijden, veel staf. Slack noemt hij het balsem dat de gemakkelijke manier lijkt om de zaak draaiende te houden met de verkeerde cultuur. We zouden dus kunnen zeggen dat als het management handelt vanuit de verkeerde perceptie het steeds nieuwe problemen creërt, niet omdat de oplossingen zonder meer verkeerd zouden zijn maar omdat ze niet passen bij het onderliggend patroon.
Ook zijn culturen niet altijd 100% zuiver en juist daarom lijken deze beelden goed te helpen, omdat organisatorische conflicten en problemen dikwijls veroorzaakt worden omdat de verschillende culturen in één huis verwarring veroorzaken.

[terug naar Cultuur holografisch gespiegeld]

Het woord cultuur is een metafoor van het idee
van ‘agricultuur’: cultiveren. Een cultuur is een ontwikkelde vorm van sociale activiteiten, die zijn oorsprong vindt in vele complexe interacties van mensen, situaties, etc. Wat hiervan zichtbaar gemaakt kan worden bijv. de neiging tot autonomie, individualisme of samenwerking, zal zijn oorsprong vinden in het beeld van waaruit georganiseerd wordt.
Normen, waarden, gewoonten, rituelen en taal, berusten op een gedeeld begrip, gedeelde betekenis en gedeelde waarneming van een bepaalde groep. Dit zijn de verworvenheden. De normen etc. ervaar ik als normaal omdat ik de betekenis ervan ken (of denk te kennen). De verworvenheden, die dikwijls zo vanzelfsprekend lijken dat ze niet meer worden opgemerkt, geven een beeld van de specifieke aspecten van de cultuur. De wijze waarop vergaderingen gehouden worden, geven een beeld van de cultuur bijv. passiviteit, zorg, activiteit, angst, respect, die op hun beurt weer de structuur van interactie bepalen.
Wil men nu de waarden, normen, ambities, etc. veranderen dan kan dit niet rechtstreeks door aandacht te besteden aan die normen, etc. (!) Het begrip, de betekenis en het gevoel zullen moeten worden veranderd door bewustwording van de persoonlijke beperkingen in de waarneming en die zullen mij moeten motiveren om vervolgens mijn normen, etc. te veranderen.
[voor meer zie Cultuurindex ]